Instellingen voor de achteruitrijcamera

Selecteer Kaartfuncties > Wireless Camera, en selecteer de naam van de achteruitrijcamera.

Flip Video

Hiermee kunt u de video kantelen of spiegelen.

Guidance Lines

Hiermee stelt u de voorkeuren voor begeleidingslijnen in die op de cameravideo worden weergegeven.

Rename

Hiermee kunt u de naam van de gekoppelde camera wijzigen.

Set Default Camera

Hiermee stelt u de volgorde in waarin camera's in de cameraweergave worden weergegeven. De camera boven aan de lijst is de standaardcamera die als eerste wordt weergegeven wanneer de cameraweergave verschijnt.

Unpair

Verwijdert de gekoppelde camera.

Automatic Activation

Hiermee kan het Garmin® navigatietoestel automatisch de standaardcameraweergave weergeven wanneer het navigatietoestel wordt ingeschakeld. Als het navigatietoestel is aangesloten op een voertuigvoeding die met de contactsleutel wordt ingeschakeld, kunt u met deze functie de achteruitrijcamera automatisch bekijken wanneer u het voertuig start.

Video Resolution

Hiermee kunt u de kwaliteit van de videobeelden van de camera instellen. Hogere resolutie-instellingen zorgen voor een gedetailleerder beeld, maar verbruiken meer batterijvermogen.

OPMERKING: Deze instelling is niet beschikbaar voor alle productmodellen navigatietoestellen.
GUID-234ECA7B-7147-4142-80ED-C81970D02FF1 v4
September 2024