Accessoires aansluiten

OPMERKING

Gebruik het toestel niet om een lier te bedienen of van stroom te voorzien. Als u deze waarschuwing niet opvolgt, kan dit schade aan uw voertuig of toestel veroorzaken.

OPMERKING

Sluit geen voedingsbron aan op de uitgang voor accessoires. Als u deze waarschuwing niet opvolgt, kan dit schade aan uw voertuig of toestel veroorzaken.

Vereisten voor accessoires:

  • Controleer de stroomsterkte van elk accessoire voordat u het op het Garmin PowerSwitch™ toestel aansluit. Het toestel ondersteunt accessoires tot 30 A voor elk kanaal en maximaal 100 A voor het gehele systeem.

  • Gebruik bedrading van 10 AWG (6 mm2) voor accessoires die 20 tot 30 A gebruiken.

  • Gebruik bedrading van 12 AWG (4 mm2) voor accessoires met een diameter van 10 tot 20 A.

  • Gebruik bedrading van 14 AWG (2,5 mm2) voor accessoires die minder dan 10 A gebruiken.

  • Gebruik voor alle accessoireaansluitingen de juiste maat klemmen.

  • Klik alle aansluitingen stevig vast.

  1. Sluit de pluskabel van het accessoire Toelichting nummer één aan op een van de accessoire-aansluitingen Toelichting nummer twee op het Garmin PowerSwitch toestel.

    Bedradingsschema van voedings- en aardingsaansluitingen met toelichtingen
  2. Sluit de min- of aardingskabel Toelichting nummer drie aan op een ongeverfde aardingspin Toelichting nummer vier op het voertuigframe, op een massaverdeelblok of rechtstreeks op de minpool van de accu.
    OPMERKING

    Sluit de accessoire-aardingsdraden niet aan op de aardingsaansluiting (GND) op het Garmin PowerSwitch toestel. Het negeren van deze kennisgeving kan leiden tot persoonlijke of materiële schade of nadelige gevolgen voor de functionaliteit van het toestel.

  3. Controleer of alle elektrische aansluitingen goed vastzitten en niet losraken tijdens gebruik.
Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-16B1D74D-857B-4FFB-8DE2-A0960FE0D090 v6