Fietsdynamica

Fietsdynamicameters meten hoeveel kracht u uitoefent tijdens de pedaalslag en waar u kracht uitoefent op het pedaal om u inzicht te geven in uw fietstechniek. Als u weet hoe en waar u kracht uitoefent, kunt u efficiënter trainen en uw bikefitting beoordelen.

OPMERKING: U moet een via ANT‍+® technologie verbonden compatibele vermogensmeter met twee sensoren hebben om fietsdynamicameetwaarden te kunnen gebruiken.

Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/performance-data.

Fietsdynamica gebruiken

Voordat u fietsdynamica kunt gebruiken, moet u de vermogensmeter via ANT‍+ technologie koppelen met uw toestel (De draadloze sensoren koppelen).

OPMERKING: Voor het opslaan van fietsdynamicagegevens is extra toestelgeheugen nodig.
  1. Maak een rit.
  2. Blader naar het fietsdynamicascherm om uw vermogensfasegegevens 1, totale vermogen 2 en pedaalmidden-offset 3 te bekijken.

    Fietsdynamicagegevens met toelichtingen
  3. Houd uw vinger op een gegevensveld 4 om het zo nodig te wijzigen (Een gegevensscherm toevoegen).
    OPMERKING: De twee gegevensvelden onder aan het scherm kunnen worden aangepast.

U kunt de rit verzenden naar de Garmin Connect™ app om meer fietsdynamicagegevens te bekijken (Uw rit verzenden naar Garmin Connect).

Vermogensfasegegevens

Vermogensfase is het pedaalslaggebied (tussen de beginpedaalhoek en de eindpedaalhoek) waar u positief vermogen produceert.

Pedaalmidden-offset

Pedaalmidden-offset is de locatie op het pedaaloppervlak waar u druk uitoefent.

Fietsdynamicafuncties aanpassen

Voordat u Rally™ functies kunt aanpassen, moet u een Rally vermogensmeter koppelen met uw toestel.

  1. Selecteer Menusymbool > Sensors.
  2. Selecteer de Rally vermogensmeter.
  3. Selecteer Sensordetails > Fietsdynamica.
  4. Selecteer een optie.
  5. Selecteer de bijbehorende schakelaar om efficiëntie draaimoment, pedaalsouplesse en fietsdynamica in of uit te schakelen.
GUID-16B12CFE-F96E-4DE9-9F5F-8C4A5936D3B9 v4
November 2025