De cameraplaatsing instellen

U kunt het toestel aan de linker- of rechterkant of in het midden van uw voorruit plaatsen. Voor een optimale werking of hulpfuncties voor bestuurders, dient u de optie Plaatsing van de camera in te stellen om de plaats van uw toestel in het voertuig aan te geven.

  1. Selecteer Pijl omhoog > Instel​lingen > Hulp voor de bestuurder > Plaatsing van de camera.
  2. Selecteer Horizontale plaatsing en selecteer de horizontale plaatsing van de camera.
  3. Selecteer Voertuighoogte.
  4. Selecteer een optie:
    • Als u in een groot voertuig rijdt, zoals een busje of een vrachtwagen, selecteert u Groot.

    • Als u in een auto rijdt, selecteert u Normaal.

Copyright © Garmin. Alle rechten voorbehouden.GUID-05C32B20-1E3D-4193-88A0-507B33C3434E v1